Meer Nieuws

Prinsjesdag 2023

Op Prinsjesdag, 19 september 2023, heeft het demissionaire Kabinet het belastingplan voor 2024 bekend gemaakt. In deze blog worden de belangrijkste punten kort toegelicht. De inhoud van deze blog is aangepast op basis van de parlementaire behandeling.

De onderwerpen zijn op dit moment:

Tarief inkomstenbelasting en arbeidskorting

Per 1 januari 2024 wordt het tarief van de eerste schijf in box 1 verhoogt naar 36,97% (2023: 36,93%). Ook wordt de grens van de eerste schijf verhoogd naar € 75.624 (2023: € 73.031). Daarnaast wordt de maximale arbeidskorting verhoogd naar € 5.533 (2023: € 5.052). Vanaf een inkomen van € 39.898 wordt de arbeidskorting afgebouwd met een percentage van 6,51%.

Naar boven

Heffingskorting

De maximale algemene heffingskorting wordt verhoogd naar € 3.374 (2023: € 3.070). Vanaf een inkomen van € 24.904 wordt de heffingskorting afgebouwd met een percentage van 6,652%

Naar boven

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), een heffingskorting die toegekend wordt aan alleenstaande ouders of minstverdienende partners die werken en kinderen hebben die jonger zijn dan 12 jaar, wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 2.961 (2023: € 2.694).

Naar boven

MKB-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek

Per 1 januari 2024 wordt de MKB-winstvrijstelling verlaagd naar 12,7% (2023: 14%). Daarnaast wordt de zelfstandigenaftrek voor ondernemers die voldoet aan het urencriterium van 1.225 uur in 2024 in overeenstemming met het belastingplan 2023 verlaagd naar € 3.750 (2023 € 5.030).

Naar boven

Afschrijvingsbeperking gebouwen in eigen gebruik

Voor ondernemers in de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2024 de bodemwaarde voor afschrijvingen van gebouwen in eigen gebruik gesteld op 100% van de WOZ-waarde, voorheen was dit 50%. Voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting met een gebouw in eigen gebruik en verhuurde gebouwen gold de bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde al.

Naar boven

Twee schijven box 2

In overeenstemming met het belastingplan van 2023 telt box 2 van de inkomstenbelasting met ingang van 1 januari 2024 twee schijven. Inkomsten uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 vallen in de eerste schrijf en worden belast tegen een tarief van 24,5%. Het meerdere wordt belast in de tweede schijf tegen een tarief van 33%. Inkomen uit aanmerkelijk belang kan aan een fiscaal partner worden toegerekend. Voor fiscaal partners geldt daarom het verlaagde tarief tot een gezamenlijk inkomen uit aanmerkelijk van €134.000.

Let op: een heffing in box 2 kan niet alleen spelen bij dividenduitkering, verkoop van aandelen of liquidatie van een B.V. maar ook bij overlijden! De opgebouwde meerwaarde in een B.V. vanaf start of verkrijging is bij overlijden van de DGA ineens belast in box 2. Daarnaast vallen de aandelen in de erfenis en is in principe erfbelasting verschuldigd. Alleen voor vennootschappen waarin een onderneming wordt gedreven kan bij voortzetting van de onderneming onder voorwaarden een beroep gedaan worden op een doorschuivingsregeling.

Met name bij beleggings-B.V.’s met een hoger vermogen is vanaf 2024 bij overlijden grotendeels het tarief van 33% van toepassing. Daarom kan het verstandig zijn te overwegen om in 2023 nog een bedrag aan dividend uit te keren en/of vanaf 2024 de eerste schijf van 24,5% volledig te benutten. In deze overweging moet wel meegewogen worden dat dan vermogen van box 2 (aandelen in eigen B.V.) verplaatst wordt naar box 1 (dividenduitkering wordt schuldig gebleven of gebruikt voor de eigen woning of aflossing van een eigenwoningschuld) of naar box 3 (stijging beleggingsvermogen privé).

Naar boven

Wijzigingen box 3

De aankomende jaren gaat er het een en ander veranderen in box 3 van de inkomstenbelasting. Per 1 januari 2024 wordt het tarief versneld verhoogd naar 36% (2023: 32%). In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt het heffingsvrij vermogen van € 57.000 (€ 114.000 voor fiscaal partners) niet geïndexeerd. Tot slot is de invoering van het nieuwe stelsel uitgesteld van 2026 naar 2027. Details hierover worden later bekend gemaakt. In de komende (overbruggings-) jaren zal de heffing op basis van het werkelijk rendement, in overeenstemming met het rechtsherstel, plaatsvinden.

Naar boven

Onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding die werkgevers aan werknemers kunnen verstrekken voor de afgelegde zakelijke kilometers wordt met ingang van 2024 verhoogd van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.

Naar boven

Energie-investeringsaftrek

Per 1 januari 2024 wordt het aftrekpercentage voor investeringen die in aanmerking komen voor energie-investeringsaftrek verlaagd van 45,5% naar 40%.

Naar boven


terug