Op Prinsjesdag, 21 september 2021, heeft het Kabinet het belastingplan voor 2022 bekend gemaakt. In deze blog worden de belangrijkste punten kort toegelicht. Het is goed mogelijk dat de inhoud van deze blog nog wordt aangepast op basis van de parlementaire behandeling.
De onderwerpen zijn op dit moment:
Tarief vennootschapsbelasting
De eerste schijf wordt in 2022 verhoogd van € 245.000 naar € 395.000. Het tarief voor de eerste schijf van de vennootschapsbelasting blijft 15% in 2022. Voor winst boven de € 395.000 blijft het tarief van 25% gelden, maar bij de parlementaire behandeling wordt inmiddels gesproken over een mogelijke verhoging naar 25,8%.
Betalingskorting vennootschapsbelasting
Het afschaffen van de betalingskorting voor de vennootschapsbelasting is uitgesteld tot 1 januari 2023. De betalingskorting zou afgeschaft worden per 1 januari 2022. Dit betekent dat vennootschappen die de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2022 in één keer betalen toch een korting krijgen.
Verrekening dividendbelasting
Vanaf 1 januari 2022 wordt de verrekening van ingehouden dividendbelasting van Nederlandse beleggingen met de vennootschapsbelasting gelijkgetrokken met de verrekening van buitenlandse bronbelasting. Dit betekent dat de ingehouden Nederlandse dividendbelasting alleen nog in mindering op de vennootschapsbelasting kan worden gebracht als er daadwerkelijk vennootschapsbelasting verschuldigd is. Maakt de vennootschap verlies en hoeft er per saldo geen vennootschapsbelasting te worden betaald, dan vindt de verrekening pas plaats op het moment dat er weer vennootschapsbelasting verschuldigd is.
Verliesverrekening vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2022 kunnen verliezen uit 2013 of later onbeperkt verrekend worden met toekomstige winsten (carry forward). Daartegen overstaat dat, wanneer de te verrekenen verliezen gezamenlijk meer dan € 1 miljoen zijn en de belastbare winst is hoger dan € 1 miljoen de verrekening van die verliezen in een bepaald jaar slechts plaatsvindt tot een bedrag van € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de resterende belastbare winst. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening (carry back) blijft 1 jaar.
Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt in 2022 verder verlaagd naar € 6.310 (2021: € 6.670).
Verhoging Milieu-investeringsaftrek
Om investeringen in duurzame bedrijfsmiddelen te stimuleren gaat de Milieu-investeringsaftrek (MIA) per 1 januari 2022 omhoog. Dit betekent dat er een groter deel van de investering in aftrek van de winst mag worden gebracht in het jaar van investeren. Vanaf 1 januari 2022 gelden de volgende percentages:
De RVO bepaalt welk aftrekpercentage geldt voor welke investering.
Voor de toepassing van de MIA geldt dat de investeringskosten per bedrijfsmiddel minimaal € 2.500 bedragen, het bedrijfsmiddel niet eerder is gebruikt en dat het bedrijfsmiddel op de Milieulijst van het jaar van investeren staat. Daarnaast dient het bedrijfsmiddel te voldoen aan de eisen zoals vermeld in de Milieulijst en dat eventuele vergunningen en/of certificaten geregeld zijn.
Bijtelling elektrische auto
Voor de zakelijke rijder wordt met ingang van 1 januari 2022 de bijtelling voor de elektrische auto, die in 2022 voor het eerst op kenteken wordt gezet, verhoogd naar 16% over de eerste € 35.000 van de cataloguswaarde. In 2021 was dit 12% over de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde. Voor het meerdere blijft de bijtelling 22%. Voor particulieren gaat de subsidie op een nieuwe elektrische auto omlaag van € 4.000 naar € 3.350.
Thuiswerkvergoeding
Als gevolg van de coronapandemie wordt er meer thuisgewerkt. Het is daarom de verwachting dat het kabinet met een regeling komt die thuiswerken fiscaal gaat faciliteren. Hoe de thuiswerkregeling eruit gaat zien, is op dit moment niet bekend. Wel is betekent dat de thuiswerkregeling in plaats van de belastingvrije reiskostenvergoeding voor de thuiswerker komt.
Werkkostenregeling
In het belastingplan van 2022 is de eerder aangekondigde tijdelijke verhoging van de werkkostenregeling 2021 van 1,7% naar 3% over de eerste € 400.000 en 1,2% over het meerdere definitief vastgesteld. Dit om werkgevers extra financiële ruimte te geven om hun werknemers in de coronatijd onbelast tegemoet te komen. In 2022 geldt weer het tarief van 1,7% over de eerste € 400.000 en wordt het tarief over het meerdere verlaagd naar 1,18%.