Meer Nieuws

Prinsjesdag 2020

Op Prinsjesdag, 15 september 2020, maakt het Kabinet het belastingplan voor 2021 bekend. In deze blog worden de belangrijkste punten kort toegelicht. Het is goed mogelijk dat de inhoud van deze blog nog word aangepast op basis van de parlementaire behandeling.

De onderwerpen zijn op dit moment:

Betalingskorting vennootschapsbelasting

Met ingang van 1 januari 2021 wordt de betalingskorting voor de vennootschapsbelasting afgeschaft. Vennootschappen die de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting in één keer betalen krijgen vanaf dat moment geen korting meer.

Tarief vennootschapsbelasting

Het tarief voor de eerste schijf, voor winsten tot € 200.000, wordt in 2020 verlaagd van 16,5 naar 15 procent. In tegenstelling tot eerdere aankondigingen, wordt het tarief van de tweede schijf voor winsten boven de € 200.000 niet verlaagd. Dit tarief blijft 25 procent. Daartegenover staat dat de eerste schijf in 2021 wordt verhoogd naar € 245.000. In 2022 wordt deze verder verhoogd naar € 395.000.

Tarief Innovatiebox

Winsten die worden behaald met innovatieve activiteiten, vallen in de Innovatiebox. Winsten in de Innovatiebox worden in de vennootschapsbelasting belast tegen een tarief van 7 procent. Vanaf 1 januari 2021 stijgt dit tarief van 7 naar 9 procent.

Zelfstandigenaftrek

In het belastingplan 2019 heeft het kabinet besloten om de zelfstandigenaftrek vanaf 2020 stapsgewijs af te bouwen naar € 5.000 in 2028. Het kabinet is nu echter voornemens om de zelfstandigenaftrek verder af te bouwen tot € 3.240 in 2036. Als gevolg hiervan daalt de zelfstandigen aftrek in 2021 naar € 6.670 (2020: € 7.030). Ter compensatie van de lagere zelfstandigenaftrek stijgen echter de arbeidskorting en algemene heffingskorting de aankomende jaren.

Tarief box 1 en arbeidskorting

Per 1 januari 2021 wordt het tarief van de eerste schijf in box 1, voor inkomens onder de € 68.507, verlaagd naar 37,10% (2020: 37,35%). Daarnaast wordt de geplande verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren gehaald. Tevens wordt de algemene heffingskorting met € 82 verhoogd. Voor beide kortingen geldt dat deze afhankelijk zijn van het inkomen en dat met name de lage en middeninkomens hiervan profiteren.

Heffingsvrij vermogen box 3

De vorig jaar aangekondigde hervormingen van box 3, die per 1 januari 2022 zouden worden ingevoerd, gaan niet door. Op Prinsjesdag komt het kabinet met een ander voorstel om een groot deel van de mensen die belasting betalen in box 3 tegemoet te komen. Wat op dit moment bekend is, is dat het heffingsvrij vermogen per 1 januari 2021 stijgt van ruim € 30.000 naar € 50.000 per persoon. Daartegenover staat een tariefstijging in box 3 van 30% naar 31%. Per saldo betekent dit dat een ieder met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 bij fiscaalpartnerschap) minder belasting in box 3 gaat betalen.

Overdrachtsbelasting voor starters

Vanaf 1 januari 2020 hoeven starters die voor het eerst een huis kopen geen overdrachtsbelasting meer te betalen. Het tarief van 2 procent komt voor starters te vervallen. Bij een koopsom van € 200.000 bespaart een starter hierdoor € 4.000.

Daarnaast wordt er ter compensatie een hoog tarief van 8 procent ingevoerd voor de aanschaf van een tweede woning, beleggingsvastgoed en overige vastgoed waarin de koper niet zelf gaat wonen.

Scholingskosten

Om omscholing van werknemers na ontslag te simuleren, hoeven werkgevers die na ontslag van een werknemer voor deze werknemer omscholingskosten maken over deze kosten geen loonheffing meer te betalen.

Werkkostenregeling

Sinds 1 januari 2020 bedraagt de vrije ruimte 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% over het meerdere. Om werkgevers hun werknemers extra financiële ruimte te geven om hun werknemers in de coronatijd extra tegemoet te komen, wordt de vrije ruimte tijdelijk (alleen in 2020) verhoogt naar 3% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% over het meerdere. Daarnaast is het kabinet voornemens om het percentage voor de fiscale loonsom boven de € 400.000 per 1 januari 2021 te verlagen van 1,2% naar 1,18%.

Wettelijke vastlegging coronamaatregelen

Er zijn diverse maatregelen aangekondigd in verband met de coronacrisis. Het gaat hierbij om de fiscale coronareserve, de vrijstelling voor uitkering op basis van de TOGS en de tijdelijke verhoging van de werkkostenregeling. Een aantal van deze maatregelen is fiscaal en dient nog wettelijk geregeld te worden. Dit zal waarschijnlijk gelijktijdig met het belastingplan 2021 gebeuren.


terug