Meer Nieuws

Nieuwsbrief van 9 februari 2012

Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:

Minimumloon per 1 januari 2012

Per 1 januari 2012 stijgt het wettelijk minimumloon met 0,797%.

Het bruto minimumloon en de minimumjeugdlonen bij een volledig dienstverband per 1 januari 2012:

Leeftijd
% van het
minimumloon
per maand
per week
per dag
23 jaar en ouder
100 %
1.446,60
333,85
66,77
22 jaar
85 %
1.229,60
283,75
56,75
21 jaar
72,5 %
1.048,80
242,05
48,41
20 jaar
61,5 %
889,65
205,30
41,06
19 jaar
52,5 %
759,45
175,25
35,05
18 jaar
45,5 %
658,20
151,90
30,38
17 jaar
39,5 %
571,40
131,85
26,37
16 jaar
34,5 %
499,10
115,20
23,04
15 jaar
30 %
434,00
100,15
20,03

 

Het bruto minimumloon per 1 januari 2012, per gewerkt uur bij een 36-, 38- en 40-urige werkweek

(incl. 0,797% verhoging):

Leeftijd
werkweek: 36 uur
minimumloon per uur:
werkweek: 38 uur
minimumloon per uur:
werkweek: 40 uur
minimumloon per uur:
23 jaar en ouder
9,27
8,79
8,35
22 jaar
7,88
7,47
7,09
21 jaar
6,72
6,37
6,05
20 jaar
5,70
5,40
5,13
19 jaar
4,87
4,61
4,38
18 jaar
4,22
4,00
3,80
17 jaar
3,66
3,47
3,30
16 jaar
3,20
3,03
2,88
15 jaar
2,78
2,64
2,50

 

Wijziging verlofregeling per 2012

De verjaringstermijn voor vakantiedagen is drastisch veranderd per 1 januari 2012.

Het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat de opbouw van vakantiedagen doorloopt, ongeacht of een werknemer ziek is of niet. Daarom heeft de overheid de regeling vakantiedagen aangepast.

De nieuwe regeling is per 1 januari 2012 ingegaan.

 Oude situatie

Elke fulltime werknemer had (t/m 2011) bij een werkweek van 40 uur recht op 20 wettelijke vakantiedagen. Bij parttimers werd dit naar rato berekend. Veel werknemers hadden daarnaast nog recht op extra dagen, de zogeheten bovenwettelijke dagen. Voor beide gold een verjaringstermijn van vijf jaar. Zieke werknemers bouwden volgens de oude regels alleen vakantiedagen op over de laatste zes maanden van de ziekteperiode. Bij een ziekte van twee jaar bouwde een werknemer dus tien wettelijke vakantiedagen op en de eventuele bovenwettelijke dagen naar rato.

Nieuwe situatie

Als een fulltime medewerker twee jaar ziek is, bouwt hij of zij in de nieuwe situatie 40 wettelijke dagen op (volledige opbouw). Daarnaast is de termijn waarop de wettelijke dagen vervallen drastisch ingekort. In plaats van na vijf jaar vervallen wettelijke vakantiedagen na zes maanden na het opbouwjaar. Bovenwettelijke dagen hebben overigens geen vervaltermijn van zes maanden en blijven dus een verjaringstermijn houden van 5 jaar. Werknemers moeten gedurende het jaar of binnen zes maanden daarna hun wettelijke vakantiedagen opmaken, anders vervallen deze. De regeling kent enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer een werknemer buiten eigen schuld – denk aan extreme werkdrukte – niet in staat is de verlofdagen op te nemen. De werknemer moet dit wel zelf aannemelijk maken.

Bijhouden van vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen die ná 1 januari 2012 zijn opgebouwd, vervallen mogelijk eerder dan de ‘oude’ vakantiedagen en de bovenwettelijke vakantiedagen. Het bijhouden van vakantiedagen wordt daarmee een stuk ingewikkelder.

In de verlofregistratie dient daarom onderscheid gemaakt worden tussen:

a) Resterende vakantiedagen van vóór 1 januari 2012 (met een verjaringstermijn van vijf jaar);

b) Wettelijke vakantiedagen van ná 1 januari 2012 (vervaltermijn van een half jaar);

c) Bovenwettelijke dagen (verjaringstermijn van vijf jaar).

Wijziging toeslagen 2012

-Als gevolg van het vervallen van de toeslag heffingvrij vermogen van minderjarige kinderen in Box III van de inkomstenbelasting, is tevens de vermogenstoets bij huurtoeslag gewijzigd. Ontvangers van huurtoeslag die op de toetsdatum (1 januari 2012) boven het heffingvrije vermogen in Box III uitkomen, hebben geen recht op huurtoeslag voor 2012.

– De termijn waarin huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget over 2012 kan worden aangevraagd, is verlengd tot 1 september 2013. De verlenging van de aanvraagtermijn geldt niet voor kinderopvangtoeslag. Het aanvragen van kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht wordt beperkt tot de maand waarin de aanvraag wordt gedaan en de maand ervoor.

– om misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagen stevig aan te pakken, wordt de maximale boete verhoogd naar € 4.920 voor het niet, dan wel niet tijdig verstrekken van gegevens. Daarnaast is het mogelijk om per overtreding een boete opgelegd te krijgen tot maximaal 100% van het terug te vorderen bedrag.

Bezwaar WOZ-beschikking

Binnenkort ontvangen onroerend-goedeigenaren weer de gemeentelijke aanslagbiljetten, waarop de WOZ-waarde van het onroerend goed is opgenomen. Voor het jaar 2012 wordt uitgegaan van de waardepeildatum 1 januari 2011.

Gezien de economische crisis zou de WOZ-waarde wel eens lager uit kunnen (moeten) vallen dan de WOZ-waarde in voorgaande jaren. Hierop vooruitlopend heeft de overheid het eigenwoningforfait voor de inkomstenbelasting verhoogd met 0,05% naar 6% in 2012.

De WOZ-waarde is niet alleen bepalend voor de gemeentelijke onroerendezaakbelasting, maar dus ook voor het eigenwoningforfait in de inkomstenbelasting, de waterschapsheffingen en wordt gebruikt bij waardebepaling bij schenking en vererving. Als een pand tot het ondernemingsvermogen behoort, bepaald de WOZ-waarde tevens de zgn. bodemwaarde (50% van WOZ-waarde). Het betreffende pand mag niet verder afgeschreven worden tot de bodemwaarde.

Het is dus goed de WOZ-waarde te beoordelen. Bent u het niet eens met de waardebepaling, dan kunt u tot 6 weken na dagtekening bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking.

Publiceren bij de Kamer van Koophandel

Elke onderneming dient zijn jaarstukken te publiceren bij de Kamer van Koophandel. Voor een aantal vormen van ondernemen geldt een vrijstelling, zoals de eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap, commanditaire vennootschap, vereniging of stichting zonder ondernemingsactiviteiten, overheidslichamen, rechtspersonen die vallen onder een klein regime zonder winstoogmerk en rechtspersonen die ontheffing hebben gekregen tot het opmaken van een jaarrekening.

Volgens de wet gelden met betrekking tot publicatie de volgende termijnen:

– tussen 0 en 5 maanden           : opmaken van jaarstukken door bestuur

– tussen 6 en 11 maanden          : d.m.v. Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) kan worden besloten de jaarstukken met 6 maanden uit te stellen

– Uiterlijk 2 maanden na het opmaken van de jaarstukken, dient de jaarrekening vastgesteld te worden door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA)

– Tenslotte dient binnen 8 dagen na vaststelling door AVA de stukken te worden gepubliceerd.

De uiterste termijn voor het indienen van publicatiestukken is dus 13 maanden na afloop van het boekjaar. Voor de jaarstukken over 2011 betekent dit dat uiterlijk 31 januari 2013 gepubliceerd dient te worden.

Wanneer niet (tijdig) wordt gepubliceerd, begaat de onderneming een economisch delict, wat een boete van enkele duizenden euro’s kan opleveren. Daarnaast kan de bestuurder persoonlijk aansprakelijk gesteld worden, als bij faillissement blijkt dat in de 3 jaren ervoor niet of te laat is gepubliceerd.

BTW bij niet-betaalde facturen

Het gebeurt overal wel eens: ondanks betalingsherinneringen, telefoontjes en incasso’s, betaalt de klant uw facturen niet. Niet alleen uw geleverde prestaties worden niet betaald, ook de door u gefactureerde omzetbelasting. En deze heeft u reeds afgedragen aan de Belastingdienst. Deze omzetbelasting kunt u onder bepaalde voorwaarden terugvragen bij de Belastingdienst. Dit kan echter niet via de BTW-aangifte, maar wel via een schriftelijk verzoek aan de Belastingdienst. Dit verzoek moet aan een aantal voorwaarden voldoen:

–          het moet aannemelijk gemaakt worden dat de vordering niet is en ook niet zal worden ontvangen (brief van curator bij een faillissement);

–          het verzoek dient ingediend te worden binnen één maand na afloop van het aangifte-tijdvak waarin duidelijk is geworden dat de vordering oninbaar is.

In de praktijk wordt dikwijls een credit-factuur gemaakt om de gefactureerde BTW via aangifte terug te vragen. Dit is echter niet toegestaan.

De auto en de BTW

75%-regeling vervallen

IB-ondernemers, die in hun privé-auto ook zakelijk rijden, kunnen een deel van de privé-betaalde BTW op onderhouds- en brandstofkosten in aftrek brengen in de aangifte omzetbelasting. Het bedrag welke aftrekbaar is, wordt bepaald aan de hand van de verhouding zakelijk-privé gereden kilometers. Omdat in de praktijk deze kilometers niet worden bijgehouden, mochten IB-ondernemers maximaal 75% van de privé-betaalde BTW op onderhoud- en brandstofkosten in aftrek brengen; de zgn. 75%-regeling.

Bij de invoer van de nieuwe BTW-correctieregels per 1 juli 2011 (zie hieronder), is er met betrekking tot bovengenoemde regeling onduidelijkheid ontstaan. Minister van Financiën heeft daarom met ingang van 18 oktober 2011 de 75%-regeling laten vervallen. Om toch BTW van privé-betaalde onderhouds- en brandstofkosten te kunnen aftrekken, is een sluitende kilometeradministratie nodig. De verhouding tussen zakelijke en privé-kilometers bepaalt de aftrekbare BTW. Let hierbij op dat met ingang van 1 juli 2011 de gereden kilometers voor woon-werkverkeer als privé wordt beschouwd!

Wijziging BTW-correctie op privé-gebruik

Tot voor kort werd voor privé-gebruik van een auto van de zaak (voor inkomsten- of loonbelasting) uitgegaan van een bepaald percentage van de cataloguswaarde. De correctie van de BTW op dit privé-gebruik was forfaitair vastgesteld op 12%. Ter stimulering van het milieu, werd de bijtelling voor milieu-vriendelijke auto’s op 0% gesteld. Daarmee was er ook geen BTW-correctie meer.

De minister van Financiën heeft daartoe met ingang van 1 juli 2011 de BTW-correctie op privé-gebruik losgelaten van de bijtelling voor inkomsten- en loonbelasting, en de correctie algemeen gesteld op 2,7% van de cataloguswaarde. Als uit een sluitende kilometeradministratie blijkt dat het privé-gebruik lager is als 500 kilometer, kan de BTW-correctie achterwege blijven. Let hierbij op dat met ingang van 1 juli 2011 de gereden kilometers voor woon-werkverkeer als privé wordt beschouwd.

Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik

Als een ondernemer, een particulier met werkzaamheden uit overige werkzaamheden of een werknemer geen enkele privé-kilometer rijdt met de bestelauto, kan bijtelling achterwege blijven zonder het bijhouden van een kilometeradministratie. Hiertoe dient de rijder een (gezamenlijke) verklaring ‘Uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ in te dienen. Controle hierop vindt plaats met behulp van ambulant toezicht, via camera’s en flitsauto’s. De verklaring kan via de site van de Belastingdienst worden gedownload en gaat in op z’n vroegst op 1 januari 2012. De Verklaring geldt niet met terugwerkende kracht.

Duurzaam investeren

Er zijn een (groot) aantal investeringen of bedrijfsmiddelen die minder milieubelastend zijn. Voor deze investeringen is het mogelijk gebruik te maken van fiscale stimuleringsregelingen, zoals de MilieuInvesteringsaftrek (MIA), de Vrije Afschrijvingen Milieuinvesteringen of de Energie-investeringsaftrek (EIA):

EnergieInvesteringsaftrek: een aftrekpost op de fiscale winst (inkomsten- of vennootschapsbelasting) van 41,5% van de investeringskosten;

– Milieuinvesteringsaftrek: een aftrekpost op de fiscale winst (inkomsten- of vennootschapsbelasting) die kan oplopen tot 36% van de investeringskosten;

– Vrije Afschrijvingen Milieuinvesteringen: deze regeling biedt de mogelijkheid om maximaal 75% van de investering op een willekeurig (vrij) moment af te schrijven.

De EIA en VAMIL zijn mogelijk gelijktijdig voor een zelfde bedrijfsmiddel toe te passen; dat geldt echter niet voor de MIA en EIA!.  Of een bedrijfsmiddel aan de voorwaarden van één van bovengenoemde regelingen voldoet , is te zien in de zgn. Milieulijst of Energielijst. Onlangs zijn beide lijsten voor 2012 weer gepubliceerd. Een aanvraag voor de regelingen kan worden ingediend bij Agentschap.nl.


terug