Meer Nieuws

Nieuwsbrief van 14 mei 2013

Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:

 

Minimumloon per 1 juli 2013

Per 1 juli 2013 stijgt het wettelijk minimumloon met 0,572%  ten opzichte van 1 januari 2013. Het bruto minimumloon en de minimumjeugdlonen bij een volledig dienstverband zijn per 1 juli 2013 als volgt (in € ):

 

Leeftijd % van het minimumloon

Per maand

Per week

Per dag

23 jaar en ouder

100 %

1.477,80

341,05

68,21

22 jaar

85%

1.256,15

289,9

57,98

21 jaar

72,5%

1.071,40

247,25

49,45

20 jaar

61,5%

908,85

209,75

41,95

19 jaar

52,5%

775,85

179,05

35,81

18 jaar

45,5%

672,40

155,20

31,04

17 jaar

39,5%

583,75

134,70

26,94

16 jaar

34,5%

509,85

117,65

23,53

15 jaar

30%

443,35

102,30

20,46

 

Het bruto minimumloon per 1 juli 2013, per gewerkt uur bij een 36-, 38- en 40-urige werkweek (incl. 0,572% verhoging) bedraagt in €:

 

Leeftijd

36 uur per week

38 uur per week

40 uur per week

23 jaar en ouder

9,47

8,98

8,53

22 jaar

8,05

7,63

7,25

21 jaar

6,87

6,51

6,18

20 jaar

5,83

5,52

5,24

19 jaar

4,97

4,71

4,48

18 jaar

4,31

4,08

3,88

17 jaar

3,74

3,54

3,37

16 jaar

3,27

3,10

2,94

15 jaar

2,84

2,69

2,56

 

Kinderopvangtoeslag alsnog aanvragen!

Kinderopvangtoeslag 2012 en 2013 kan alsnog worden aangevraagd: de aanvraagtermijn is verruimd. Sinds 2012 was de regel dat kinderopvangtoeslag alleen kan worden aangevraagd voor de lopende maand en de maand ervoor. Die beperkte aanvraagtermijn bleek echter zo onredelijk uit te pakken dat minister Asscher heeft besloten extra tijd te geven.

LET OP:
Vanaf 2014 zijn de regels weer strenger: slechts de kosten voor kinderopvang die gemaakt zijn vanaf 3 maanden vóór de datum van aanvraag komen dan in aanmerking voor kinderopvangtoeslag.

Verhoging eigen bijdrage AWBZ beperkt

Langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Op die manier hoeft u geen hoge kosten te maken als u dure verpleging, verzorging of behandeling nodig heeft. Het kabinet is van plan om de AWBZ ingrijpend te hervormen. Dat is nodig om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden.

– Zo wordt vanaf 2015 de AWBZ-zorg verdeeld in zwaardere en langdurige zorg en de lichtere vorm van AWBZ-zorg. Deze laatste zorg zal vanaf 2015 via de gemeente of de zorgverzekeraar worden geregeld. De gemeente zal zorgen voor begeleiding en persoonlijke verzorging aan huis, en de zorgverzekeraars nemen de medische zorg (verpleging en langdurige geestelijke gezondheidszorg) voor haar rekening via de zorgverzekering. De Rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor de zwaardere zorg van ouderen en gehandicapten in instellingen. Deze zorg blijft vergoed uit de AWBZ, maar er dient wel een hogere eigen bijdrage te worden betaald.

In het zorgakkoord is onlangs afgesproken dat, in tegenstelling tot het regeerakkoord, de verhoging van de eigen bijdrage per 1 januari 2014 wordt beperkt. Volgens het regeerakkoord zou de hoge eigen bijdrage voor de AWBZ voor bewoners van instellingen met ingang van 2014 worden verhoogd naar het niveau van zak- en kleedgeld. Daarnaast zou met ingang van 2014 de Wtcg-korting (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) op deze hoge eigen bijdrage worden beperkt. In het zorgakkoord is afgesproken dat alle bewoners van een instelling een extra bedrag boven op het zak- en kleedgeld houden, waarbij dat bedrag kan verschillen tussen groepen. De Wtcg-korting op de lage eigen bijdrage AWBZ en Wmo wordt met ingang van 2015 echter wel afgeschaft. Ondanks het zorgakkoord zullen zowel de hoge als de lage eigen bijdrage dus nog steeds stijgen.

 

Vrijstelling MRB Oldtimers niet volledig afgeschaft

De vrijstelling motorrijtuigenbelasting voor oldtimers wordt toch niet volledig afgeschaft. Minister Weekers is er op de valreep toch in geslaagd een akkoord te sluiten met vertegenwoordigers van de oldtimerbranche. De regels gaan er als volgt uit zien:

Het voorgaande zal worden opgenomen in het Belastingplan 2014. De Tweede en Eerste Kamer zullen hier dus nog over moeten stemmen.

 

Normale BTW-verrekening over tabak

Voor tabak en tabaksproducten gold (en geldt tot 1 juli as.) vanaf de invoering van de BTW-heffing in 1969 een bijzondere regeling. Deze hield in dat de fabrikant en importeur van tabaksproducten bij aanvraag van accijnszegels, niet alleen de accijns of verbruiksbelasting, maar ook de BTW moesten betalen. Deze betaling was de eindheffing. Hierdoor werd er bij levering van de fabrikant/importeur aan de groothandel en van de groothandel aan de detaillist geen BTW meer in rekening gebracht.

Met ingang van 1 juli 2013 komt hier verandering in. Vanaf deze datum brengen fabrikanten, importeurs, groothandelaren en detaillisten wél BTW (hoog tarief) in rekening. Indien groothandelaren en detaillisten goederen leveren die gekocht zijn vóór 1 juli 2013, maar verkopen ná deze datum, zou dat een dubbele heffing van BTW betekenen. Daarom is er een overgangsregeling, waarbij genoemde ondernemers teruggaaf van BTW kunnen vragen over de handelsvoorraad tabak per 1 juli 2013. Inventariseren dus!

 

Stimuleringsregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop’

Uit een convenant van de 12 provincies met het Rijk is in oktober 2012 een subsidieregeling voor asbestsanering voortgekomen. Via deze regeling kunnen agrarische bedrijven met subsidie de asbestdaken saneren, mits in combinatie met plaatsing van zonnepanelen. Iedere provincie zal de komende weken een besluit nemen of zij de voorgestelde regeling willen invoeren en of er specifieke provinciale toevoegingen zijn.

In de ontwerpregeling wordt een subsidiebedrag van € 3,= per M2 asbestdak uitgekeerd, onder de voorwaarde dat het asbestdak wordt gesaneerd, in combinatie met plaatsing van zonnepanelen. Bovengenoemd bedrag bedraagt ongeveer 1/3e van de kosten voor het verwijderen en afvoeren van asbest. De voorwaarden hiervoor zijn dat alleen bedrijven met een agrarisch inkomen hiervoor in aanmerking komen, een minimumoppervlak van 400 M2 per aanvraag en een maximum subsidiebedrag van € 7.500 per aanvraag wordt verstrekt.

De verplichte plaatsing van zonnepanelen heeft een minimumeis van 15 kW piek geïnstalleerd vermogen. Plaatsing van zonnepanelen op een ander dak is mogelijk mits dat dak op hetzelfde bouwblok uit de aanvraag staat.

Naast de genoemde subsidie zijn ook fiscale faciliteiten (MIA, EIA en Vamil) voor de investeringen in asbestsanering en zonnepanelen mogelijk:

Het streven is voor de meeste provincies om de subsidieregeling per 1 juli 2013 open te stellen en de aanvragen kunnen worden ingediend tot 1 september 2014, zolang het budget van de betreffende provincie nog niet is uitgeput. De uitvoering van de regeling loopt tot eind 2014.

 

 

Special: Pensioenvoorziening ja of nee?

Een aantal jaren geleden was het heel gewoon wanneer je als Directeur Grootaandeelhouder (DGA) je pensioen in eigen beheer opbouwde bij je B.V.. Je had vermogen en wilde dat voor je oude dag bewaren. Binnen je B.V. bouwde je door middel van een fiscale rekenrente van minimaal 4% ten laste van de winst een voorziening op. Die voorziening bestond vaak uit een oudedagsvoorziening en een nabestaanden-pensioen.

Door veranderende omstandigheden de afgelopen jaren is het niet meer zo vanzelfsprekend en voordelig om je pensioen in eigen beheer op te bouwen. Zo is de eerste schijf van het VPB-tarief sinds een aantal jaren gedaald naar 20% en is dezelfde schijf in 2009 verruimd naar € 200.000. Daarnaast is de (commerciële) rente afgelopen jaren fors gedaald en hebben we sinds 2012 te maken met de Flexwet.

 

Hierna leggen we uit wat dit betekent:

Nabestaandenpensioen

Wanneer je een pensioenbrief hebt opgesteld waarbij ook het nabestaandenpensioen wordt berekend, kan het in theorie voorkomen, dan kort na toekenning de DGA overlijdt. Dit betekent dat de voorziening nauwelijks is opgebouwd, maar dat er wel gelijk een groot bedrag gereserveerd moet komen. Een fors fiscaal verlies is het gevolg, waarbij het onwaarschijnlijk is dat dit verlies in de toekomst kan worden gecompenseerd met toekomstige winsten; dus geen belastingteruggave. Bovendien kan daarmee de bedrijfsvoering in gevaar komen.

Belastingvoordeel?

Bij opbouw via een pensioenvoorziening is de uitkering (inclusief opgebouwde rente) belast tegen inkomstenbelastingtarief (meestal 42% of 52%). Zou u in privé sparen voor de oude dag, dan moet dit geld uit de B.V. gehaald worden. Naast (meestal) 20% Vennootschapsbelasting, kost dit over de resterende 80% nog eens 25% Aanmerkelijk Belang-heffing (Box II). In totaal wordt dan 40% (80% * 25%) belasting betaald. De besparing aan VPB en AB-heffing is dus lager dan de betaling aan IB. Er worden in feite kosten gemaakt om in de toekomst meer belasting te betalen!

Liquiditeitsbehoefte

Een pensioenvoorziening keert vanaf een bepaalde leeftijd (66 of 67 jaar) jaarlijks, levenslang, hetzelfde bedrag uit. De vraag hierbij is of het niet wenselijker is de uitkeringen meer in overeenstemming te brengen met het (mogelijke) uitgavenpatroon en leeftijd. Naarmate de leeftijd vordert, neemt meestal de behoefte aan liquiditeiten af.

Fiscale resp. commerciële rente

Men is verplicht te rekenen met een fiscale rekenrente van 4%. De marktrente (waarop ook pensioenverzekeraars zich baseren) bedraagt thans circa 2%. Met een lagere rente heeft u nu al een groter kapitaal nodig om in de toekomst het pensioen te kunnen betalen. Verder mag fiscaal geen rekening gehouden worden met toekomstige inflatie, terwijl commercieel gerekend wordt met ófwel een gemiddelde inflatie ófwel een inflatiecorrectie van standaard 2%. Het gevolg hiervan is dat een fiscale pensioenvoorziening:

–          vaak tot 50% lager is dan een commerciële voorziening;

–          de laatste jaren van het werkzame leven zeer sterk stijgt, waardoor een fiscaal verlies in de B.V. kan ontstaan.

Dividenduitkering

Verder moet (in ieder geval sinds de invoering van de Flexwet in 2012) bij een dividenduitkering wel rekening worden gehouden met de (veel) hogere commerciële pensioenvoorziening. In de praktijk wordt dit weleens vergeten. Ontstaat door een dividenduitkering een negatief commercieel vermogen, of kunt u al weten dat dit gaat ontstaan, dan is volgens de fiscus sprake van afkoop van de hele pensioenvoor-ziening en wordt dit in één jaar volledig in de Inkomstenbelasting belast. Deze wordt dan nog verhoogd met 20% revisierente. Dat betekent in de praktijk dus dat het grootste gedeelte tegen 72% (52% + 20%) wordt belast!

Administratieve verplichtingen

Tenslotte kun u zich afvragen of je op hoogbejaarde leeftijd nog zit te wachten op een eigen B.V. en haar administratieve verplichtingen.

 Ons advies: laat je goed adviseren voordat je een populaire en (schijnbaar) voordelige weg inslaat!


terug