Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:
Verruiming hoge schenkingsvrijstelling
Goed nieuws voor ouders die gebruik willen maken van de éénmalig verhoogde vrijstelling, want de leeftijdgrens voor deze bijzondere vrijstelling gaat per 1 januari 2013 omhoog van 35 naar 40 jaar. U krijgt dus tot vijf jaar extra om belastingvrij € 24.676 (bedrag 2013) te schenken. Indien de schenking bedoeld is om een huis te kopen, een (deel) hypotheek af te lossen of een studie te bekostigen, kan de belastingvrijstelling, onder zelfs worden opgerekt tot € 51.407 (bedrag 2013). Dit is tien keer de normale jaarlijkse schenkingsvrijstelling van € 5.141. Een en ander geldt óók voor kinderen die in 2012 de 35 al gepasseerd waren maar in 2013 nog geen 40 zijn.
De eenmalige schenkingsvrijstelling van € 51.407 (2013) mag worden gebruikt zonder dat daarvoor de gang naar de notaris vereist is. Voorwaarde is dat de schenking wordt gebruikt voor aankoop, onderhoud of verbetering van de woning, voor aflossing van de eigenwoningschuld of voor afkoop van het recht van erfpacht. Aan de schenking moet wel de voorwaarde worden verbonden dat deze alleen voor genoemde doelen mag worden gebruikt en dat de schenking niet doorgaat of vervalt als dat niet gebeurt. Het is verstandig deze voorwaarde schriftelijk bij de schenking vast te leggen. Van de betaling van de schenking èn van het gebruik van de schenking voor genoemde doelen moeten schriftelijke bewijzen zijn.
Indien de schenking wordt gebruikt om een studie van te bekostigen, is een notariële akte wel vereist.
LET OP:
Registratie verplichte akten Belastingdienst
Met ingang van 1 januari 2013 registreert de Belastingdienst alleen nog maar akten waarvan registratie hiervan verplicht zijn gesteld. Het gaat om de volgende akten:
De innovatiebox krijgt een forfait van 25%
Maakt u gebruik van de innovatiebox, dan kan het best lastig zijn om te bepalen welk deel van de winst is toe te rekenen aan de innovatiewerkzaamheden. Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft daarom onlangs een forfait van 25% – met een maximum van € 25.000 – per 1 januari 2013 in de wet opgenomen.
De innovatiebox geldt voor de winsten en verliezen uit immateriële activa waarvoor u een octrooi, buitenlands patent of een S&O-verklaring heeft gekregen. Daarnaast moet het inkomen uit deze activiteiten voor minstens 30% direct voortvloeien uit het octrooi dat u heeft gekregen. Zijn de voordelen groter dan de zogenoemde boxdrempel – de som van de voortbrengingskosten – dan geldt voor deze voordelen op verzoek een effectieve heffing van 5%. Normaal gesproken is het tarief in de vennootschapsbelasting 20% of 25%.
In de praktijk blijkt echter dat het niet altijd eenvoudig is om te bepalen welk deel van uw winst voortkomt uit innovatieve activiteiten. U kunt nu kiezen om gebruik te maken van het forfait en 25% van de totale winst van uw onderneming aanmerken als innovatiewinst. Hiervoor geldt wel een maximum van € 25.000. Uiteraard is het nog steeds mogelijk om de ‘normale’ regeling toe te passen en zelf de winst te bepalen. U kunt gedurende drie jaar gebruikmaken van deze eenvoudige methode. Na deze periode zal de Belastingdienst opnieuw bepalen of uw onderneming de innovatiebox mag toepassen.
IBAN-SEPA: het nieuwe betalingsverkeer
De Europese Unie en de gezamenlijke Europese banken hebben besloten tot harmonisatie en standaardisatie van het euro betalingsverkeer binnen Europa. Dit initiatief heet SEPA en betekent Single Euro Payments Area en zal het intra-europese betalingsverkeer (overschrijvingen en incasso’s) vergemakkelijken. Met ingang van 1 februari 2014 zal iedereen (ondernemingen, instellingen en burgers) over moeten zijn op SEPA.
Belangrijk bij de totstandkoming van SEPA, is het gebruik van IBAN, het International Bank Account Number. De IBAN bestaat uit de gebruikelijke Nederlandse bankrekeningnummer, aangevuld tot een IBAN die totaal uit 18 tekens (letters en cijfers) bestaan.
Voor de onderlinge verwerking van betalingen tussen (Europese) banken is een bankidentificatiecode (BIC) ook noodzakelijk. De BIC is een internationale identificatiecode van een bank of bankkantoor en bestaat uit 8 of 11 tekens. Deze BIC wordt gebruikt om bij verwerking van een transactie de juiste bank of vestiging van een bank te bereiken.
Belangrijk: Particulieren en met name ondernemingen zullen tijdig voorzorgsmaatregelen moeten nemen om klaar te zijn voor IBAN-SEPA, om ook na 1 februari 2014 inter-europese betalingen en incasso’s te kunnen uitvoeren. Neem hiervoor vroegtijdig contact op met je bank en softwareleverancier.
Uniform loonbegrip
Met ingang van 1 januari 2013 is het Uniform Loonbegrip van kracht geworden. Dit houdt in dat voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) en de premies werknemersverzekeringen voortaan dezelfde heffingsgrondslag wordt gebruikt. Het begrip Fiscaal loon en SV-loon is vervangen door Heffingsloon.
Het Uniform Loonbegrip zal de administratieve lasten voor de werkgever verminderen en de loonstrook voor de werknemer korter en dus overzichtelijker maken.
Tot en met 2012 betaalden werknemers een bijdrage ZVW. Deze werd ingehouden op het netto loon en via de aangifte Loonbelasting aan de Belastingdienst afgedragen. In de meeste gevallen betaalde de werkgever een vergoeding voor de ingehouden bijdrage. Op deze manier betaalde de werknemer per saldo alleen de belasting over de bijdrage.
Per 1 januari 2013 wordt bovengenoemd systeem vervangen door een werkgeversheffing ZVW, van 7,75% van het loon (max. € 50.853 in 2013). Gevolg hiervan is wel dat de 1e belastingschijf wordt verhoogd met 3,9%.
Het heffingsloon bestaat voortaan uit: Bruto loon minus pensioenpremie, plus bijtelling privé-gebruik auto. Na aftrek van de loonbelasting/premie volksverzekeringen resteert het netto loon.
Doe de WOZ-check!
Binnenkort vallen bij de meeste onroerend-goedeigenaren weer de gemeentelijke aanslagbiljetten in de bus, waarop de waarde staat vermeld die de gemeente aan het (bedrijfs)pand of woning toekent; de zgn. WOZ-waarde. Voor het aanslagjaar 2013 wordt uitgegaan van waardepeildatum 1 januari 2012.
De WOZ-waarde bepaalt niet alleen de hoogte van de onroerende zaakbelasting, maar heeft ook gevolgen voor de bepaling van de Waterschapsheffing, Erfbelasting, Eigenwoningforfait bij inkomstenbelasting en waarde in Box III bij vakantiewoning. Daarnaast is de WOZ-waarde van belang bij de bepaling van de afschrijvingsmogelijkheid van bedrijfsgebouwen en de aftrekdrempel voor monumentenwoningen in de inkomstenbelasting.
Indien u van mening bent dat de opgelegde WOZ-waarde te hoog is, kunt u binnen 6 weken na dagtekening van de aanslag schriftelijk bezwaar indienen bij de gemeente. U kunt hierbij gebruik maken van gediplomeerde makelaar-taxateurs in de regio. Als blijkt dat na de WOZ-check de waarde inderdaad te hoog is, zullen zij voor u bezwaar maken bij de gemeente. Deze dienst is voor u kosteloos, aangezien op grond van de Algemene wet Bestuursrecht, deze kosten van bezwaarprocedure door de gemeente moeten worden vergoed.
Heffingsrente heet voortaan Belastingrente
Vanaf 1 januari 2013 vervalt de heffingsrente. Vanaf 2013 spreken we over belastingrente. En dat is meer dan een naamsverandering. Het tarief wordt namelijk hoger en wordt anders berekend en geldt zowel voor de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting en bij zowel belastingbetalingen als -ontvangsten.
Tot voor kort kon het voordelig zijn om even te wachten met uw belasting te betalen, omdat de invorderingsrente relatief laag was. Of u wachtte met belastingteruggave aan te vragen, omdat de Belastingdienst een hoger tarief hanteerde als op de spaarrekening. Sparen bij de belastingdienst of juist lenen van de fiscus kon zo zeer aantrekkelijk zijn.
Maar daar is met ingang van 1 januari verandering in gekomen. Door het overgangsrecht geldt de belastingrente overigens voor de belastingjaren 2012 en later. Wie zijn belastingaangifte 2012 doet, kan dus al snel met de belastingrente te maken krijgen.
De voorganger van de belastingrente, de heffingsrente, werd berekend over de periode die begon op de dag direct na het einde van het belastingjaar tot het moment van de dagtekening van het aanslagbiljet. De belastingrente daarentegen wordt berekend vanaf 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar. Dus vanaf 1 juli 2013 voor uw belastingaangifte 2012.
De invorderingsrente, de rente die u moest betalen, liep vanaf het moment dat de belastingaanslag betaald had moeten zijn. Ook dat wordt nu anders.
De nieuwe belastingrente ontvangt u vanaf 1 juli van het jaar volgend op het belastingjaar in kwestie, maar is pas invorderbaar zes weken na dagtekening van de belastingaanslag.
De nieuwe invorderingsrente betaalt u de eerste dag nadat de belastingaanslag betaald had moeten zijn.
De rente bij een navorderingsaanslag wordt in de meeste gevallen berekend vanaf juli tot de dag die voorafgaat aan de dag waarop de navorderingsaanslag invorderbaar is. Dat wordt dan een maand na de dagtekening van de aanslag.
Dat zal betekenen dat deze wijziging in heffing voor veel mensen voordeliger is, omdat in veel gevallen de belastingaanslag vóór 1 juli van het volgende jaar is afgedaan. Maar als dat niet het geval is, kan het ook zeer nadelig uitpakken als u geld moet bijbetalen. De fiscus verdient dan aan u omdat de belastingrente gelijk is aan wettelijke rente die voor particulieren in 2013 4% bedraagt. Bovendien wordt geen belastingrente vergoed als u na een bezwaar met succes een vermindering van een belastingaanslag krijgt. Ook de invorderingsrente is met ingang van 2013 gelijk aan de wettelijke rente. Die is in 2013 gelijk aan 4% voor particulieren en 8% voor een ondernemer, meer dus dan de heffingsrente en invorderingsrente in afgelopen jaren (maximaal 3%).
Conclusie belastingrente 2013
De periode dat belastingrente wordt vergoed over de te veel betaalde belasting is kleiner geworden, maar het percentage is hoger geworden en de eisen voor vergoeding zijn aangescherpt. Daarom zal de wijziging van heffingsrente naar belastingrente in veel gevallen vooral voor de belastingdienst voordelig uitvallen. De invorderingsrente blijft bestaan, maar wordt ook over een kortere periode berekend. Daar staat tegenover dat de rente hoger is dan tot nog toe gebruikelijk was. Bovendien geeft de koppeling aan de wettelijke rente wat stabiliteit, omdat niet langer de rente elk kwartaal hoeft te worden aangepast en bekend gemaakt.