Meer Nieuws

Nieuwsbrief van 7 februari 2019

Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:

 

Schenken in 2019

In 2019 zijn de schijven en vrijgestelde bedragen bij schenken weer aangepast.

Bij schenkingen (tevens bij erven) zijn drie tariefgroepen te onderscheiden: Partners en kinderen (tariefgroep 1), Kleinkinderen (tariefgroep 1a) en Overigen (tariefgroep 2).

 

De tarieven en schijven voor 2019 zijn als volgt:

Tariefgroep 1

Tariefgroep 1a

Tariefgroep 2

< € 124.727

10%

18%

30%

> € 124.727

20%

36%

40%

 

Wanneer er geschonken wordt, is niet altijd het gehele bedrag belast met Schenkbelasting. Er zijn vrijstellingen voor:

Kinderen                                   € 5.428 per jaar

Kinderen 18 – 40 jaar            € 26.040 (eenmalig)

Overige verkrijgers                 € 2.173 per jaar

Wanneer een kind de schenking gebruikt voor een studie, dan geldt een eenmalige vrijstelling van maximaal € 51.246. Er geldt een verhoogde vrijstelling voor schenkingen aan verkrijgers tussen de 18 en 40 jaar, die deze schenking aanwenden voor de aankoop of verbouw van de eigen woning of aflossing van de hypotheek op eigen woning.

 

Werkkostenregeling per 2020 verruimd

Op voordracht van staatssecretaris Snel, heeft de Ministerraad besloten de Werkkostenregeling voor het MKB te verruimen per 2020. De verruiming houdt in dat vergoedingen en verstrekkingen ten bedrage van 1,7% over de eerste € 400.000 van het fiscale loon, onbelast vergoed mogen worden (Vrije ruimte). Nu is dat nog 1,2% over de loonsom. Voor het bedrag boven de € 400.000 blijft het percentage van 1,2% gelden.

Daarnaast mogen werkgevers kosten voor een Verklaring omtrent gedrag (VOG) vanaf 2020 onbelast vergoeden binnen de vrijstellingen. Dit gaat niet meer ten laste van de Vrije ruimte.

 

Nieuw BTW-nummer voor eenmanszaken

Vanuit privacy-overwegingen, krijgen eenmanszaken en ZZP-ers eind 2019 een ander (anoniem) BTW-nummer. Eenmanszaken en ZZP-ers ontvingen in het verleden bij aanvang van hun belaste activiteiten een BTW-nummer waarin hun BSN-nummer (Burger Service Nummer) is verwerkt.

Zij zullen dit nummer dan niet alleen moeten gebruiken bij de aangiften van de BTW, maar juist ook op facturen en websites.

Tevens geldt vanaf 1 januari 2020 een verbod op het gebruik van het BTW-nummer mét BSN.

 

Duurzaam investeren in 2019

Ondernemers die in 2019 investeren in bedrijfsmiddelen, kunnen naast de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), een extra fiscale aftrekpost creëren als zij investeren in bedrijfsmiddelen die energie besparen en aan bepaalde voorwaarden voldoen. Onlangs is de nieuwe Energie- en Milieulijst voor 2019 gepubliceerd.

Zowel voor ondernemers voor de Inkomstenbelasting als de Vennootschapsbelasting is de  investeringsaftrek onderverdeeld in drie aftrekmogelijkheden:

 

Kleinschaligheidsaftrek:

Wanneer een ondernemer in 2019 investeert in bedrijfsmiddelen met een totaal tussen
€ 2.301 en € 318.449, kan een percentage van het investeringstotaal afgetrokken worden van de fiscale winst. Tussen de € 2.301 en € 57.321 bedraagt de aftrek 28%, tussen € 57.322 en
€ 106.150 is de aftrek een vast bedrag van € 16.051 en bij een investeringstotaal tussen
€ 106.151 en € 318.449 bedraagt de aftrek € 16.051 minus 7,56% van het deel bóven de
€ 106.150. Bij een investeringstotaal van € 318.449 of meer is geen mogelijkheid tot KIA.

Om voor Energie-investeringsaftrek (EIA), Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Vrije (willekeurige) afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) in aanmerking te komen, zal bij investeren aan bepaalde voorwaarden voldoen moeten worden.

 

Energie-investeringsaftrek:

Voor de EIA betekent dit dat de energie-investering minimaal € 2.500 bedraagt, de investering een niet eerder gebruikte bedrijfsmiddel betreft (dus nieuw) en dat het bedrijfsmiddel op de Energielijst staat:

https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/energie-investeringsaftrek-eia .

Met de EIA kunnen ondernemers 45% van het investeringsbedrag in energiebesparende bedrijfsmiddelen éxtra aftrekken van de fiscale winst.

 

Milieu-investeringsaftrek en VAMIL:

Investeringen die in aanmerking komen voor MIA en/of VAMIL, staan vermeld in de Milieulijst 2019: zie https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil .

Ook voor de toepassing van de MIA en VAMIL geldt dat de investeringskosten per bedrijfsmiddel minimaal € 2.500 bedragen, het bedrijfsmiddel niet eerder is gebruikt en dat het bedrijfsmiddel op de Milieulijst van het jaar van investeren staat. Daarnaast dient het bedrijfsmiddel te voldoen aan de eisen zoals vermeld in de Milieulijst en dat eventuele  vergunningen en/of certificaten geregeld zijn.

Afhankelijk van het bedrijfsmiddel (zie code in Milieulijst) kan Milieu-investeringsaftrek genoten worden tussen 13,5% en 36% van het investeringsbedrag.

Bij toepassing van de VAMIL kan op een willekeurig moment (lees: jaar) maximaal 75% van de investeringskosten afgeschreven worden. Dit levert een liquiditeits- en rentevoordeel op.

 

Voor alle regelingen geldt dat de aanvraag voor EIA, MIA en VAMIL binnen drie maanden ná opdracht ingediend moet zijn.

 

Aanpassen voorlopige aanslag vennootschapsbelasting

De Belastingdienst rekent met 8% belastingrente over het bedrag dat een belastingplichtige aan Vennootschapsbelasting moet (bij)betalen. Deze belastingrente wordt berekend over de periode vanaf 1 juli opvolgend op het belastingjaar, tot zes weken ná dagtekening van de aanslag. Dit kan dus aardig in de papieren lopen als er bijbetaald moet worden.

Betaling van belastingrente is (deels) te voorkomen:

Als de fiscus de aanslag oplegt ná 1 juli, zal er belastingrente berekend worden.

 

Tip: wanneer u verwacht dat uw fiscale winst over 2018 hoger uitpakt dan de voorlopige aanslag aangeeft, neemt u dan contact met ons op om de voorlopige aanslag te verhogen.

Dit voorkomt hoge belastingrente!

 


terug