Meer Nieuws

Nieuwsbrief van 3 mei 2010

Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:

 

* Controlethema Belastingdienst 2009

Bij de beoordeling van de aangiften inkomstenbelasting over 2009, let de Belastingdienst dit jaar extra op de aftrekpost voor uitgaven voor kinderen jonger dan 30 jaar. Er is namelijk een mogelijkheid tot aftrek voor uitgaven voor levensonder-houd indien:

– het betreffende kind aan het begin van het kalenderjaar jonger is dan 30 jaar;

– het kind niet zelf kan voorzien in zijn levensonderhoud;

– het kind geen recht heeft op studiefinanciering, tegemoetkoming in de studiekosten   of een vergelijkbare regeling;

– er geen kinderbijslag voor dit kind ontvangen wordt en

– de uitgaven voor levensonderhoud minimaal € 408 per kwartaal bedraagt.

Als aan het begin van een kwartaal aan deze voorwaarden wordt voldaan, mogen de uitgaven voor levensonderhoud voor een vast bedrag worden afgetrokken. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de leeftijd van het kind en de gemaakte uitgaven (bijvoorbeeld kleding en voeding).

* Werkkostenregeling in het kort

De nieuwe werkkostenregeling wordt per 1 januari 2011 ingevoerd. Door deze nieuwe regeling kan de werkgever tot maximaal 1,4% van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan al zijn werknemers. Als de vergoedingen en verstrekkingen boven de ‘vrije ruimte’ uitkomt, is over het meerdere 80% eindheffing verschuldigd. Een aantal zogenaamde ‘gerichte vrijstellingen’ en ‘nihilwaarderingen’ vallen buiten de ‘vrije ruimte’ en zijn onbeperkt onbelast te verstrekken. Tevens kent de regeling een andere wijze voor het waarderen van loon in natura.

Aangezien de regeling nog niet helemaal is uitgewerkt, volgt in één van onze volgende nieuwsbrieven meer informatie.

 

* Verplichte schatting IB en Bijdrage ZVW afgeschaft

Met ingang van 2010 hoeven ondernemers geen verplichte schatting meer in te dienen over hun inkomen. Dit geldt echter niet voor de Vennootschapsbelasting.

Tot dit jaar ontvingen ondernemers jaarlijks in mei een verzoek van de Belastingdienst om vóór augustus een schatting te geven van hun inkomen. Aan de hand van deze schatting werden de voorlopige aanslagen gecontroleerd, en zo nodig aangepast.

Wanneer verwacht wordt dat het inkomen (voor IB) of winst uit onderneming (voor ZVW) sterk afwijkt van de voorlopige opgelegde aanslag, dient de ondernemer op eigen initiatief de wijziging door te geven.

Voor de Vennootschapsbelasting is intussen al een verzoek tot schatting ontvangen en deze is verplicht om in te dienen, tenzij reeds bezwaar is gemaakt  op de voorlopige aanslag 2010 of reeds een voorlopige aanslag is aangevraagd of gewijzigd.

* Foute Factuur is fataal

Aan het uitreiken van een factuur zijn wettelijke eisen gesteld. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, is het mogelijk dat de afnemer geen recht heeft op aftrek van BTW.  Een goede factuur voldoet aan de volgende vereisten:

          opeenvolgend (factuur)nummer

          datum dagtekening

          datum van levering of verrichte dienst

          naam en adres van leverancier of dienstverlener

          BTW-identificatienummer van leverancier of dienstverlener

          Naam en adres van afnemer

          BTW-identificatienummer van afnemer ingeval van verlegging of bij intracommunautaire leveringen met toepassing van het 0%-tarief

          Duidelijke omschrijving van geleverde goederen of verleende diensten

          Hoeveelheid en aard van geleverde goederen of verleende diensten

          Bedrag van de vergoeding, de eenheidsprijs, kortingen

          Toegepaste tarief (hoog, laag, nihil)

          Het BTW-bedrag uitgedrukt in euro’s

          Tijdige uitreiking (uiterlijk 15 dagen na afloop van de maand waarin de goederen zijn geleverd of de diensten zijn verricht

Het uitreiken van een onjuiste factuur of geen factuur, kan sinds 2010 een flinke verzuimboete opleveren. De verzuimboete kan oplopen tot maximaal € 4.920 per factuur.

* Eemsdelta Ondernemers Contactdagen

Op 11 en 12 mei 2010 worden de Eemsdelta Ondernemers Contactdagen gehouden in de Evenementenhal te Delfzijl (Handelskade West 12). Wij zijn hier als kantoor ook vertegenwoordigd met een stand.

U bent uiteraard van harte welkom in onze stand op de beurs. De openingstijden zijn op beide dagen van 13:00 tot 22:00 uur.

Wilt u ook een gratis toegangsbewijs? Neemt u dan contact op met Mevr. Jeannet de Haan van ons kantoor.

We zien u graag op de beurs!

* Stamrechtbanksparen

Vanaf 1 januari 2010 is de keuzemogelijkheid van een (ex-)werknemer om een ontslagvergoeding te gebruiken voor een inkomensvoorziening uitgebreid. De ontslagvergoeding kan vrijgesteld van loonbelasting worden overgemaakt naar een geblokkeerde spaarrekening (stamrechtspaarrekening) of een beleggingsrekening bij een bank of beleggingsinstelling. Het saldo kan onder voorwaarden worden uitgekeerd in termijnen. De uitkeringen zijn dan belast.

Special: BTW bij grensoverschrijdende dienstverlening

Met ingang van 1 januari 2010 zijn nieuwe BTW-regels met betrekking tot grensoverschrijdende dienstverlening van kracht geworden. De overheid heeft hiermee gemeend de administratieve lasten te verlichten. Maar in eerste instantie geeft het juist meer problemen bij onder andere het opnieuw inrichten van het administratie- en factureringssysteem.

In de BTW-regelgeving wordt onderscheid gemaakt in goederen- en dienstenverkeer. De hoofdregel t/m 2009 was bij het verrichten van diensten aan een afnemer in het buitenland, dat de dienst plaats vond waar de dienstverrichter is gevestigd. Als de dienst door bijvoorbeeld een Belgische ondernemers werd verricht, dan moest de BTW in België in rekening worden gebracht. De Nederlandse afnemer krijgt deze BTW wel weer terug, maar dat verliep vaak moeizaam, omslachtig en tijdrovend.

Met ingang van 2010 is de plaats van dienst (tussen ondernemers) verlegd naar de afnemer. Voor de BTW wordt de dienst nu verricht waar de afnemer is gevestigd of een vaste inrichting heeft. In het voorbeeld hierboven, brengt de Belgische ondernemer geen BTW meer in rekening; hij verstuurt een rekening zonder BTW (BTW is verlegd). De Nederlandse ondernemer moet de BTW afdragen aan de Nederlandse fiscus, maar kan deze BTW direct weer terugvragen. Dit heet de ‘verleggingsregeling’. Om controle door de Belastingdiensten uit te kunnen voeren, dient de dienstverlener de waarde van de buitenlandse diensten op te nemen op zijn/haar aangifte BTW in de rubriek 3b: Opgaaf intracommunautaire prestaties. De waarde van de ingekochte EU-diensten door de afnemer, en waarbij de BTW-heffing is verlegd naar de Nederlandse ondernemer, dient aangegeven te worden in rubriek 4b van de BTW-aangifte.

Hoewel veel uitzonderingen uit de oude hoofdregel in de nieuwe hoofdregel zijn opgenomen, blijven er uiteraard een aantal uitzonderingen bestaan. Wij noemen hier: – de rekeningen van hotels en restaurants in het buitenland. Om de BTW van deze facturen terug te krijgen, dient een teruggaaf te worden ingediend. Dit kan sinds kort bij de eigen Belastingdienst. De termijn voor teruggave is hiermee verkort naar ongeveer vier maanden na het indienen. Tevens kan dit verzoek elektronisch worden ingediend;

– indien diensten betrekking hebben op een onroerende zaak (schilderwerk, renovatie etc.), is de BTW verschuldigd op de plaats waar de onroerende zaak gelegen is.

De hoofdregel met betrekking tot dienstverlening tussen ondernemers en buitenlandse particulieren luidt met ingang van 1 januari 2010 als volgt: De plaats van de dienst is daar gelegen waar de dienstverlener is gevestigd. Deze regel komt overeen met de oude hoofdregel voor de plaats van dienst.

Ook op deze hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen, waarop wij hier niet verder ingaan.

In de Nederlandse wetgeving is bepaald dat de BTW is verschuldigd op het moment van het uitreiken van de factuur (factuurdatum). Bij grensoverschrijdende dienst-verlening, waarbij de BTW is verlegd naar de afnemer, zal het moment van verschul-digde BTW zowel in het land van de dienstverlener als in het land van de afnemer hetzelfde moeten zijn om de afdracht te kunnen controleren. Daarom is met ingang van 1 januari 2010 het moment van dienstverlening of het moment waarop de dienst is afgerond, en niet op het  moment van factuuruitreiking, bepalend voor de BTW.


terug