Behandelde onderwerpen in de nieuwsbrief:
Belastingplan 2018
Op dinsdag 19 september jl., de derde dinsdag van september, heeft het huidige demissionaire kabinet het Belastingplan voor het komende jaar aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Vanwege de demissionaire situatie en de vergevorderde nieuwe kabinetsformatie, is het een beperkt Belastingplan geworden.
Onderstaand geven wij een beknopt overzicht van de belangrijkste voorstellen uit het plan voor 2018. Deze voorstellen dienen nog wel behandeld te worden in de Tweede en vervolgens Eerste Kamer, alvorens zij definitief zijn.
Inkomstenbelasting
De tarieven van de inkomstenbelasting zullen in 2018 in de tweede en derde schijf met een 0,05 procentpunt omhoog gaan naar 40,85%. Daarentegen gaat het tarief in de vierde schijf met 0,05 procentpunt omlaag naar 51,95%. Tevens worden de eerste, tweede en derde schijf verlengd tot € 20.142, € 13.852 respectievelijk € 34.513.
Vennootschapsbelasting
De lengte waarop de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van toepassing is, wordt met ingang van belastingjaar 2018 verlengd van € 200.000 naar € 250.000. Het tarief van 20% blijft ongewijzigd. In 2020 zal de eerste schijf nogmaals verlengd worden naar € 300.000 en in 2021 naar € 350.000. Het tarief van de tweede schijf blijft 25%. Deze verlenging van de schijf is voordelig voor alle organisaties die onder de Vennootschapsbelastingplicht vallen; het MKB hierbij in het bijzonder.
Heffingskortingen
Onderstaand volgt een overzicht van de verwachte heffingskortingen voor 2018 in vergelijking met 2017.
Opvallend in het overzicht is de forse stijging van de Ouderenkorting voor lagere inkomens.
Aftrekpercentage Energie-investeringsaftrek (EIA)
In 2017 bedroeg het aftrekpercentage voor de EIA 55%. Omdat er dekking moest komen voor de Innovatiebox, is het aftrekpercentage voor 2018 vastgesteld op 54,5%.
De EIA is bedoeld om energiebesparende maatregelen te stimuleren.
Zorgverzekeringswet
De werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) zal waarschijnlijk stijgen van 6,65% naar 6,90% van het loon.
Wanneer de werkgever de werkgeversheffing niet hoeft te betalen omdat zij niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen, zoals bijvoorbeeld bij ex-werknemers, pseudo-werknemers en directeur-grootaandeelhouders, zal de (ex-)werknemer zelf de inkomensafhankelijke ZVW moeten betalen. Deze gaat in 2018 omhoog van 5,4% naar 5,65%.
Box III
De percentages voor het forfaitair rendement op sparen én beleggen wordt 1,3% (2017: 1,63%) respectievelijk 5,38% (2017: 5,39%). Zie hiervoor ook onze nieuwsbrief van 18 mei 2017.
Voor de vaststelling van de percentages van 2018 zijn de cijfers van 2016 het uitgangspunt geweest. Voor 2019 zijn de rendementen van 2017 van belang.
Overige maatregelen
Publicatieplicht
Op grond van BW 2 Titel 9 is een aantal ondernemingsvormen verplicht jaarlijks haar jaarrekening te publiceren bij de Kamer van Koophandel. Het gaat onder meer om Naamloze vennootschappen, coöperaties en Besloten vennootschappen. Met ingang van 2017 is de uiterste publicatiedatum naar voren geschoven, namelijk naar uiterlijk 12 maanden na afloop van het boekjaar. Dit was altijd 1 februari van het jaar erop (dus 13 maanden na afloop van boekjaar).
Dit betekent dat jaarrekeningen met einde boekjaar op 31 december 2016, uiterlijk 31 december 2017 moeten zijn gepubliceerd.
Vanwege deze verschuiving, verzoeken wij onze klanten om de administratie op korte termijn bij ons kantoor aan te leveren, opdat wij tijdig kunnen samenstellen én publiceren. Voor administraties die ná 1 december 2017 bij ons worden aangeleverd, kunnen wij geen garantie bieden dat publicatie vóór 1 januari 2018 gaat lukken.
De consequentie voor niet of te laat indienen van de publicatiestukken is een boete. Tevens kunnen de aandeelhouders, ongeacht de rechtsvorm, persoonlijk aansprakelijk gesteld worden bij faillissement.
Subsidieregeling SDE+
Op 3 oktober 2017 gaat de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) weer open. Voor deze najaarsronde is een budget beschikbaar van 6 miljard euro, bedoeld voor projecten die zijn gericht op energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen. Hernieuwbare energie wordt opgewekt uit schone, onuitputtelijke bronnen, zoals Biomassa, Geothermie, Water, Wind (land, meer en dijk) en Zon.
De aanvraag kan ingediend worden bij het eLoket van RVO vóór 26 oktober 2017.