Meer Nieuws

Nieuwsbrief van 19 mei 2015

Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief:

 Minimumloon per 1 juli 2015

Per 1 juli 2015 stijgt het wettelijk minimumloon met 0,4% ten opzichte van 1 januari 2015. Het bruto minimumloon en de minimumjeugdlonen bij een volledig dienstverband zijn per 1 juli as. als volgt (in €):

 

Leeftijd % v h minimumloon Per maand Per week Per dag
23 jaar en ouder 100% 1.507,80 347,95 69,59
22 jaar 85,0% 1.281,65 295,75 59,15
21 jaar 72,5% 1.093,15 252,25 50,45
20 jaar 61,5% 927,30 214,00 42,80
19 jaar 52,5% 791,60 182,65 36,53
18 jaar 45,5% 686,05 158,30 31,66
17 jaar 39,5% 595,60 137,45 27,49
16 jaar 34,5% 520,20 120,05 24,01
15 jaar 30,0% 452,35 104,40 20,88

 

Het bruto minimumloon per 1 juli 2015, per gewerkt uur bij een 36-, 38- en 40-urige werkweek (incl. 0,4% verhoging) bedraagt in € :

 

Leeftijd 36 uur/week 38 uur/week 40 uur/week
23 jaar en ouder 9,67 9,16 8,70
22 jaar 8,22 7,78 7,39
21 jaar 7,01 6,64 6,31
20 jaar 5,94 5,63 5,35
19 jaar 5,07 4,81 4,57
18 jaar 4,40 4,17 3,96
17 jaar 3,82 3,62 3,44
16 jaar 3,33 3,16 3,00
15 jaar 2,90 2,75 2,61

 

Vanaf 2016 gaat AOW-leeftijd versneld omhoog

Onlangs heeft de Tweede Kamer ingestemd met de plannen om de AOW-leeftijd versneld te verhogen. De Eerste Kamer behandelt dit voorstel op korte termijn.

De versnelde verhoging geldt voor iedereen die is geboren tussen 1 november 1949 en 1 mei 1954.

 

Geboren van/tot: Gewijzigde AOW-leeftijd: Extra verhoging:
1 november 1949 – 1 oktober 1950 65 jaar en 3 maanden 1 maand
1 oktober 1950 – 1 juli 1951 65 jaar en 6 maanden 3 maanden
1 juli 1951 – 1 april 1952 65 jaar en 9 maanden 3 maanden
1 april 1952 – 1 januari 1953 66 jaar 3 maanden
1 januari 1953 – 1 september 1953 66 jaar en 4 maanden 3 maanden
1 september 1953 – 1 mei 1954 66 jaar en 8 maanden 4 maanden
1 mei 1954 – 1 januari 1955 67 jaar 4 maanden

 

Voor iedereen die geboren is in 1955 of later, staat de AOW-leeftijd nog niet vast, maar zal in ieder geval ná het 67e levensjaar zijn.

 

Laag BTW-tarief voor schilderen blijft

Sinds 1 maart 2013 geldt het tijdelijke verlaagde BTW-tarief van 6% in plaats van 21% op de arbeidskosten bij renovatie- en herstelwerkzaamheden van woningen en tuinwerkzaam-heden. Deze tijdelijke verlaging eindigt 1 juli 2015. Er kan dus nog van het verlaagde BTW-tarief geprofiteerd worden bij renovatie-, herstel- en tuinwerkzaamheden wanneer het project is afgerond vóór 1 juli as. Niet de factuurdatum is hierbij bepalend, maar het moment feitelijke werkzaamheden.

Het verlaagde tarief blijft echter wel ná 1 juli 2015 in stand voor schilderen, stukadoren en isoleren van woningen ouder dan twee jaar.

 

Digitaal doorgeven juiste bankrekening bij Belastingdienst

Er dient één bankrekening op naam van de ondernemer bekend te zijn bij de Belastingdienst, om belastingteruggaven, zoals BTW, Loonheffing, Motorrijtuigenbelasting, Vennootschapsbelasting en overige te kunnen ontvangen.

Sinds kort kan deze rekening digitaal doorgeven of wijzigen via de site van de Belastingdienst door gebruikmaking van het formulier ‘Wijzigen rekeningnummer ondernemer’. Hiervoor logt u in op het beveiligde deel van de Belastingdienst met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Vul het digitale formulier ‘Wijzigen rekeningnummer ondernemers’ in. Dit formulier staat onder ‘Overige formulieren’.

 

Vraag tijdig (nadere) voorlopige aanslag aan

Wanneer het inkomen (IB) of het belastbaar bedrag (VPB) over 2014 hoger lijkt uit te vallen als in eerste instantie geschat, is het van belang om zo spoedig mogelijk een voorlopige aanslag aan te vragen of de voorlopige aanslag te verhogen. Zo wordt voorkomen dat er hoge belastingrente betaald gaat worden; voor Inkomsten-belasting 4% en voor de vennootschapsbelasting 8,5%.

Wanneer geen verzoek voor de aanslagen wordt ingediend, wordt in beginsel vanaf 1 juli 2015 deze belastingrente berekend over de te betalen aanslag.

 

Wijzigingen in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)

Eind april 2015 heeft het ministerie van Sociale Zaken een wetsvoorstel gepubliceerd inzake de arbowet. Het voorstel heeft betrekking op een aantal nieuwe minimumtaken dat in de basiscontracten met arbodiensten en/of arbodeskundigen moet worden geregeld. In de nieuwe contracten met arbodiensten zal het volgende moeten staan:

Werkgevers krijgen één jaar de tijd om bestaande basiscontracten met arbodiensten en/of arbodeskundigen aan te passen.

 

VAR wordt vervangen door Voorbeeldovereenkomst

In onze nieuwsbrieven van 12 november 2014 en 30 maart 2015 schreven wij al over de VAR. De VAR zou vervangen worden door de BGL (Beschikking geen Loonbelasting), maar gezien de kritiek van met name de werkgevers- en werknemersorganisaties, is de BGL in eerste instantie van de baan. Genoemde organisaties kwamen met een alternatief plan, dat de staatssecretaris nu heeft uitgewerkt:

Als ‘straks’ een opdracht wordt gegeven aan een Zelfstandige Zonder Personeel (zzp-er), dan is er geen VAR meer nodig. Er wordt een overeenkomst voorgelegd aan de Belastingdienst, die deze beoordeelt. Bij goedkeuring door de Belastingdienst heeft de opdrachtgever de zekerheid dat er geen loonheffing door hem afgedragen hoeft te worden voor de zzp-er. Voorwaarde hierbij is dat er wel volgens de overeenkomst wordt gewerkt.

Vervolgens publiceert de Belastingdienst de (geanonimiseerde) overeenkomst, zodat ook andere opdrachtgevers en –nemers deze kunnen gebruiken. Daarnaast maakt de Belastingdienst zelf enkele Voorbeeldovereenkomsten. Om een overeenkomst te beoordelen, kost de Belastingdienst gemiddeld zes weken. Eenmaal goedgekeurd, dan geldt de overeenkomst voor vijf jaar. Er is dan geen VAR of BGL meer nodig.

Volgens plan zal de regeling per 1 januari 2016 ingaan. De VAR blijft nog geldig in 2015.

 


terug